Rouwatelier: Leerplatform rouwzorg

Welkom bij Rouwatelier.

Dit Gratis proefaanbod wordt je warm aangeboden door Plan b om je  geheel vrijblijvend te laten kennis maken met Rouwatelier.

Rouwatelier is het online leerplatform dat door Plan b in de wereld gezet werd om tegemoet te komen aan de groeiende honger die er vandaag de dag ontstaat naar het leren omgaan met rouw.

Iedereen wordt vroeg of laat geconfronteerd met het verdriet van iemand die een dierbare verloor. Vaak staan we daar dan wat onwennig bij en weten we niet wat te doen of te zeggen. Dat komt omdat we nergens leerden om te gaan met rouw.

Rouwatelier werd speciaal voor jou gemaakt. Voor de vrijwilliger of de professional die dagelijks met rouwzorg bezig is of er zo nu en dan mee te maken krijgt. Om beter inzicht te verwerven in hoe rouw nu eigenlijk in elkaar  zit en wat de do’s en don’ts zijn bij verdrietondersteuning.

Plan b wil met Rouwatelier de nieuwste inzichten aanreiken en rouw belichten vanuit verschillende invalshoeken. De training bestaat uit tien modules die elk op zichzelf staan, maar ook allemaal met elkaar te maken hebben.

Met Rouwatelier wil Plan b zich in de eerste plaats richten tot zorgprofessionals die rechtstreeks of zijdelings betrokken zijn bij afscheid zoals: begrafenisondernemers, nabestaandenconsulenten, ritueelbegeleiders, uitvaartzorgers, notarissen, palliatieve zorgers, artsen, studenten geneeskunde, verpleegkundigen, medewerkers in de geestelijke gezondheidzorg, zorgmedewerkers in suïcidepreventie, hulpverleners in de crisisinterventie, rouwcoaches, therapeuten en pastoraal werkers.

Hoewel iemand in verdriet niet zit te wachten op een theorie of een oplossing kan Rouwatelier er echter ook zijn voor de nabestaande in verdriet. Heb je zelf onlangs een dierbare verloren en ben je in rouw, dan zullen de theoretische modules mogelijk minder van toepassing zijn, maar heel waarschijnlijk kan je wel handvatten en praktische tips vinden in de talrijke herkenbare cases en voorbeelden, uit het leven gegrepen.

In elk geval, wat je verhaal ook is: welkom.

Rouwen en troosten zijn twee totaal verschillende dingen. Maar ze richten zich op dezelfde pijn. Het is de pijn van het verlies en het gemis. Voor de rouwende die een dierbare moest afgeven voelt het alsof  de grond onder de voeten wordt weggehaald. Zijn/haar hele wereld stort in en hij/zij wordt verteerd door verdriet. Hij/zij is er doodmoe van en snakt naar even op adem komen.

Op dat moment zit de rouwende niet te wachten op iemand die komt vertellen wat hij moet doen. Men heeft geen nood aan een boodschap of theorie. Men verwacht ook geen oplossing. Er bestaat namelijk geen oplossing. Eigenlijk wil men gewoon zijn geliefde dierbare terug. Dat was het plan a.

Troosten of hulp verlenen is de andere kant van het verhaal. Je ziet de pijn van de ander in verdriet en je wil zo graag helpen.  Je wil iets doen, maar je weet niet wat of hoe. Je beseft de kwetsbaarheid van de cliënt goed waardoor je bang bent om het verkeerde te doen of te zeggen en je voelt je een beetje wanhopig.

We zijn rouw-onkundig en troost-onkundig geworden.

Daarom werd Rouwatelier  gemaakt. Voor de rouwer zelf enerzijds, maar vooral ook voor de hulpverlener/rouwzorger anderzijds.

Geen enkele rouwtheorie of goed bedoelde troost heeft ooit een overleden dierbare terug gebracht. Kennis en inzicht kunnen het verdriet niet wegnemen. De rouwende wil in de eerste plaats dat er iemand voor hem/haar is. Hij/zij wil geen uitleg. Hij/zij wil iemand die luistert. Dat hij/zij gezien wordt met zijn/haar verhaal en verdriet. Dat hij/zij er mag zijn.

Ieders proces is uniek en geen enkele rouw is hetzelfde. In de tien modules van Rouwatelier gaan we alle principes en onderliggende mechanismen blootleggen. Het kan zijn dat veel daarvan herkenbaar zal zijn voor jou, maar niet alles. Dat komt omdat rouw voor iedereen verschillend is en elke keer weer anders.

Rouwatelier kan het verdriet niet wegnemen. Wat we wel gaan doen is het helpen inzichtelijk maken. Vooral voor wie op zoek is naar troost-kunde en functionele hulpverlening zal dit een ware openbaring betekenen. Maar ook voor de rouwende zelf kan Rouwatelier een verademing zijn. Door de talrijke praktijkvoorbeelden zal de rouwende merken niet de enige te zijn die ervaart waar hij/zij nu doorheen gaat.

Dat schuldgevoelens, schaamte, boosheid en doodmoe worden volstrekt normaal zijn en deel uitmaken van het proces. De rouwende is niet gek omdat hij zijn dierbare nog ziet en er nog gesprekken mee voert. Rouw is geen ziekte en behoeft geen behandeling. Het is volstrekt normaal gedrag van volkomen gewone gezonde evenwichtige mensen in verdriet. En men hoeft al helemaal niks ‘los te laten’ of te ‘verwerken’.

Bij Plan b leren we de dierbare ‘anders te omarmen’. Sowieso voor wie live een individueel of groepstraject volgt bij Plan b, maar ook in Rouwatelier kan je dat leren.

Rouwen moet je zelf doen. Dat kan niemand in plaats van de rouwende.

Maar hij moet het niet alleen doenRouwatelier wil graag de nodige handvatten aanreiken die de rouwende zullen helpen het draaglijker te maken.

Rouwatelier bestaat uit tien online modules,

  1. Waarom rouwen (en troosten) zo moeilijk is
  2. Harnekkige cliché’s over rouw. De do’s en don’ts bij verdrietondersteuning. Wat helpt? Wat niet?
  3. Sterker na verlies en verdriet: Inzicht verwerven in de vier factoren die jouw rouwproces bepalen
  4. Verder na zelfdoding van een dierbare
  5. Inzicht in de verschillende rouwmodellen
  6. Verlaat verdriet – uitgestelde rouw
  7. Rituelen en ceremonies
  8. Het f2F proces, debriefing 2.0
  9. Verlies van ongeboren leven
  10. Mannen rouwen anders dan vrouwen

De modules staan online (verborgen) op de site van Plan b. In de menubalk kies je bij ‘leren over rouw’ voor de knop ‘Rouwatlier’ en daar kan je vervolgens met je persoonlijk paswoord inloggen.

Dat paswoord krijg je zodra je bent ingeschreven voor Rouwatelier.

Eens ingeschreven kan je zo vaak inloggen als je wil en de modules bekijken wanneer je maar wil en zo vaak je maar wil. Op dit moment zijn negen modules al online toegankelijk. Na module  tien volgen er mogelijk nog een module elf en twaalf over spiritualiteit en euthanasie. Het is mogelijk dat er nog andere modules bijkomen of dat sommige thema’s zullen wijzigen. Als er veel vraag is naar een specifieke invalshoek of misschien als in de actualiteit zich iets bijzonder voordoet dat zich leent om gehoord te worden.

Bovenop de tien modules krijg je als extra bonus volledig gratis toegang tot de portaalsite die links herbergt naar meer dan tweehonderd sites die allemaal met rouw of verlies te maken hebben. Dat kan gaan van officiële instanties, hulpverleners, troostartikelen, lotgenotencommunities, zelfhulpgroepen, leerplatformen, documentatiecentra tot en met gratis apps.

 

Daarnaast krijg je ook directe toegang tot de literatuurlijst van meer dan 300 boeken over rouw.

 

Huidig proefaanbod wil een klein tipje van de sluier oplichten en jou gratis en vrijblijvend al laten binnen kijken bij Rouwatelier.

Ter kennismaking  volgt hieronder een fragment uit module vijf.

Module vijf is een eerder theoretische module en beschrijft de theorieën en ‘modellen’ die de afgelopen decennia omtrent rouw opgang kenden. Mensen die hun ‘troostkunde’ willen bijspijkeren, en die van dichtbij of veraf te maken krijgen met afscheid, zijn vaak beroepshalve of gewoon uit interesse, op zoek naar hoe rouw nu eigenlijk werkt. Dan wordt het interessant om te kijken hoe er in de wetenschap over rouw gedacht werd en waar sommige rouwmodellen vandaan komen. In Rouwatelier belichten we die uitvoerig en geven we ook onze bedenkingen daarbij. De vele echte voorbeelden uit de praktijk maken de theorie zeer aanschouwelijk zodat het ook voor jou heel herkenbaar zal worden.

In module vijf van Rouwatelier gaan we onder andere onderstaande grote geesten aan het woord laten Robert NeimeyerRiet Fiddelaers-Jaspers,  Erich LindemannAnderson, John Bowlby, Titia LieseMieke Ankersmid, Mönnink, Polspoel, Marjon VerboomHagmanSilver en Wortman, Van den Bout, Robert HanssonBonanno, Janoff-BulmanZisook en Schuchter, Shapiro, Furman, Philippe Ariès, Daan WesterinkUus Knops, An Hooge, Manu Keirse, Dirk de Wachter en  Matthias De Smet.

Heel wat prominente denkers gingen bij rouw uit van fasen.

Plan b is daar geen fan van omdat ‘fasen’ doen veronderstellen dat rouwen een zeker vaststaand verloop zou moeten kennen waarbij er dan ook ergens een duidelijk ‘einde’ komt waarin alles ‘verwerkt’ zou moeten zijn en men kan gaan loslaten. Bij Plan b gaan we nooit loslaten.

We gaan onze dierbare leren anders omarmen.

In module vijf zal heel wat aandacht besteed worden aan de bespreking van fase-theorieën. Maar de meeste aandacht in module vijf zal gaan naar een uitgebreide bespreking van de vijf dominante rouwmodellen die vooral hun stempel hebben gezet op het denken over rouw in de jongste decennia.

  1. Freud (Rouw=Depressie)
  2. Elisabeth Kübler-Ross (Rouwfasen)
  3. William Worden (Rouwtaken)
  4. Stroebe & Schut (Het Duale Proces model)
  5. Gerke Vertriest & Johan Maes (Het DNA van Rouw)

In het beperkte kader van dit gratis proefaanbod kunnen we hier niet alle vijf die modellen behandelen – dat zou ten andere niet fair zijn tegenover de inschrijvers voor Rouwatelier die ervoor betaald hebben.

Maar wel lichten we graag straks een tipje van de sluier op om je kennis te laten maken met Rouwatelier en delen we hieronder uit de rouwmodellen van module vijf de theorie van de rouwtaken van William Worden. Het is maar één van de talrijke rouwmodellen, en het is ook een hedendaags veel gehanteerd model.

Deze is echter niet alleen zaligmakend en in module vijf zal je leren dat Plan b ook zijn voorbehoud heeft en zich meer oriënteert op het integratieve model van Maes en Vertriest. Hoe en waarom dat is, daar kom je achter in Rouwatelier zelf. In dit proefaanbod gaan we even kijken naar wat William Worden zoal te vertellen heeft.

Maar eerst nog even iets over de lives.

In de live webinars van Rouwatelier kunnen we straks online interactief met elkaar in verbinding gaan. Deze webinars vinden maandelijks plaats en dienen om uitdieping te geven aan de thema’s die in de modules aan bod komen. De exacte inhoud van de lives ligt niet bij voorbaat vast maar laten we organisch ontstaan op basis van wat zich aandient. Je kan op de lives terecht met jouw eigen praktijkcases of met je vragen. Je kan ook aangeven welke specifieke thema’s je er graag belicht zou willen zien.

Ik beloof niet dat ik op elke vraag het antwoord weet. Maar samen zijn we alvast slimmer dan elk van ons apart.

Inbegrepen in dit huidige proefaanbod ben jij tevens welkom op het eerstvolgende live webinar. De datum en inlogcode krijg je nog per mail.

Of je nu rouwer of trooster bent, en of je nu wel of niet zal deelnemen aan Rouwatelier, welkom in dit gratis proefaanbod. Ik wens je veel lees- en leer-inzicht met het hierna volgende Rouwtakenmodel van William Worden.

 

Het Rouwtakenmodel van William Worden.

(alle gebruikte voorbeelden zijn authentiek, maar om privacy-redenen werden de namen veranderd)

Vlaanderens meest gekende autoriteit en veelgevraagd begenadigd spreker op vlak van rouw is waarschijnlijk Manu Keirse. Emeritus hoogleraar, doctor in de geneeskunde, klinische psycholoog en rouwexpert. In zijn boeken en zijn lezingen vertrekt Keirse van het rouwtakenmodel van Worden. Ook bijvoorbeeld Anemiek Dogan van de Griefacademy vertrekt in haar online cursus ‘Ik lust je rouw’ van deze rouwtaken van Worden. Op heel wat sites van uitvaartorganisaties vind je tegenwoordig dezelfde uitgangspunten.

Dit zijn de 4 rouwtaken volgens William Worden :

  • De realiteit van het verlies onder ogen zien
  • De pijn van het verlies ervaren
  • Aanpassen aan je nieuwe leven zonder de overledene
  • Opnieuw leren houden van het leven

 

Ook over dit rouwmodel valt zeer veel te zeggen maar buiten twijfel staat dat de bijdragen van Manu Keirse van onschatbare waarde zijn. Hoewel de belangrijkste kritiek op William Worden is dat hij ook zou laten uitschijnen alsof de rouwende geen andere keuze heeft dan de verschillende taken achtereenvolgens te doorlopen geeft bijvoorbeeld het boek van Manu Keirse : ‘Helpen bij verlies en verdriet’ een heel wat genuanceerder beeld. Merk op dat William Worden niet over ‘fasen’ maar ‘taken’ spreekt. Echter doordat Keirse het in zijn boeken en op zijn lezingen vaak heeft over de eerste, de tweede, de derde en de vierde taak is toch de associatie met ‘fasen’ nooit ver af. De weerstanden die we ondervinden bij de eerste rouwtaak : De realiteit van het verlies onder ogen zien, beschrijft Manu Keirse als een ‘slechte droom’. Het voelt onwerkelijk. Het verlies dringt niet in zijn volle dimensie door. Het is niet moeilijk hier de parallel te zien met de ontkenningsfase van EKR.(*)

(*) Elisabeth Kübler Ross. Haar theorie komt uitvoerig aan bod in meerdere modules van rouwatelier, ook in module vijf.

Eigenlijk beschrijven EKR en Worden hetzelfde maar benoemen ze het anders. Keirse maakt ook een onderscheid tussen  begrijpen met het hoofd en accepteren met het hart. Keirse schrijft dat wat er rondom je gebeurt niet helemaal doordringt door wat hij noemt een soort verdoving met een waardevol doel. Namelijk het tijd gunnen aan je emoties om af te rekenen met wat je verstand je probeert te vertellen. Je hart is er namelijk niet klaar voor. Keirse wijst op het belang van groeten. De realiteit van het verlies onder ogen zien blijkt moeilijker te verlopen als men niet de gelegenheid heeft gekregen of genomen om afscheid te gaan nemen van het dode lichaam. Vaak willen mensen deze confrontatie liever niet :

“ik wil graag het beeld van hem bewaren zoals ik hem kende, niet van hoe hij er nu bij ligt…”.

Het blijkt echter helpend voor je rouwproces om dat wél te doen. Een ander belangrijk facet aan deze eerste rouwtaak is te kunnen begrijpen hoe het overlijden gebeurd is. Niet verklaarde doodsoorzaken of onopgehelderde ongevallen maken het begrijpen van het overlijden moeilijker en belemmeren deze eerste rouwtaak. Keirse wijst erop dat het belangrijk is om juiste informatie te verstrekken aan nabestaanden. Het verdoezelen van de werkelijkheid zorgt altijd voor complicaties. Op zich is de precieze toedracht niet het meest belangrijke. Wel dat je vrede neemt met de verklaring. Iemand weigert bijvoorbeeld te geloven dat haar zoon zelfdoding deed en blijft zweren bij een ongeval. Het belangrijkste is dat de rouwende een verklaring aanneemt en niet blijft ronddolen met in het ongewisse te zijn van wat er gebeurde. In dezelfde optiek is het geen goed idee om kinderen allerlei onzinnige verhaaltjes op te dissen in plaats van hen gewoon te vertellen wat er juist gebeurd is. Vastlopen op de eerste taak kan zich bijvoorbeeld manifesteren in één van de twee uitersten van verliesgerichte of herstelgerichte reacties. Meer daarover lees je bij het model van Stroebe en Schut. Bijvoorbeeld de kamer van de overledene herschapen tot een soort heiligdom of mini-bedevaartsoord of juist omgekeerd alles wat aan de overledene herinnert zo snel mogelijk opruimen en weg doen. Beiden kunnen er op wijzen dat je de realiteit niet onder ogen wil of kan zien. Voor de eerste rouwtaak is het verder van belang dat rouwenden de kans moeten krijgen hun verhaal opnieuw en opnieuw te doen. Zeg nooit : ‘Ja, ik ken het verhaal nu onderhand al wel, stop maar al met vertellen want het doet je telkens zo’n verdriet.’ Juist het omgekeerde is belangrijk. Het is goed dat de rouwende zo vaak als hij nodig vindt het verhaal opnieuw kan vertellen. Dat we dat slecht kunnen verdragen is omdat het ons dicht bij onze eigen pijn brengt en omdat we het niet fijn vinden de rouwende in verdriet te zien. Hoe dat mechanisme werkt, middels de spiegelneuronen, werd uitgebreid toegelicht in module één.

Wat William Worden de tweede rouwtaak noemt : de pijn van het verlies ervaren, lijkt dan weer veel op de ‘derde fase’ van Elisabeth Kubler Ross. Het is een pijn waar we door moeten. En er doorheen gaan is ook het enige wat écht helpt. Soms is dat te moeilijk en zullen we dat uit de weg gaan. Afleiding zoeken, uitstel of verdoving. Dat is allemaal OK, maar helpt niet echt. Uiteindelijk moet je toch doorheen die pijn. Keirse noemt het in zijn boek een emotionele aardbeving,

een spiegel die de kostbaarheid van je relaties weerkaatst.

Pijn die niet gevoeld of weggedrukt wordt, tranen die niet geweend worden, die zullen zich ergens in het lichaam vastzetten en zich op een bepaald moment als een kwaal of een ziekte manifesteren. Verslavingen, stressklachten en allerlei lichamelijke aandoeningen bij veel mensen zijn dikwijls te herleiden tot dit verlies dat niet genomen werd.

De meest karakteristieke trek van rouwpijn is niet het langdurig treurig of down zijn maar wel opflakkerende hevige pijnscheuten die in golven komen.

De intensiteit en frequentie waarmee deze optreden kan afnemen maar zal misschien nooit helemaal weg zijn. Soms kan een kleine trigger genoeg zijn om het verdriet weer op te roepen. Het zien van een vogel, een liedje op de radio, een oud juweel van de overledene terugvinden, een toevallige associatie, iemand met dezelfde naam… Feestdagen worden dikwijls herinnerings of ‘rouw’dagen. Kerstmis, Nieuwjaar, Pasen, geboortedatum of overlijdensdatum, communies of trouwpartijen. Er is veel dat het verdriet opnieuw kan triggeren en de pijn tevoorschijn kan halen. Het is goed om dan niet meteen in de afleiding te gaan maar het verdriet toe te laten en te doorvoelen. Dat kan wat tegenstrijdig lijken. Bekijk het als een vat vol tranen dat wil leeglopen, met onderin een gaatje waaruit het verdriet lekt. Hoe meer je het gat afdicht, hoe langer het vat vol zal blijven. Tranen wenen is zelfs gezond. Het werkt helend, triggert andermans spiegelneuronen (*) waardoor verbinding mogelijk wordt. Snikken werkt ontstressend en de-traumatiserend.

(*) meer over spiegelneuronen in module één.

Je kan verdriet niet tegenhouden. Toedekken, afleiden of uitstellen zorgt enkel maar voor meer ellende. Dat wil niet zeggen dat het niet eens een keertje teveel kan worden. Daarom heb je in rouw ook veel zelfzorg nodig en is het onontbeerlijk dat je mild bent voor jezelf. Het is echt niet goed om voortdurend alleen maar in verdriet of in pijn te zijn. Een deugddoende massage, verwennende comfortfood, een warm bad of een mooi concert als welkome afleiding is zeker aan te raden. Je moet echt lief zijn voor jezelf. Zolang het geen continue verdoving wordt om de pijn niet te voelen, want dan gaat het omgekeerd werken. Vaak voelen mensen in rouw zich beschaamd of schuldig als ze plezier durven te maken of een moment voor zichzelf durven te nemen..

‘Gaan dansen als mijn partner nog maar enkele maanden overleden is, dat kan toch niet ?’ 

Juist wel ! Het kan helpend zijn om op dat moment je je overleden dierbare te visualiseren en je je voor te stellen hoe hij/zij het zou wensen dat jij je nu voelde.

De pijn van mensen in rouw maakt dat ze zich zo miserabel kunnen voelen dat ze soms antidepressiva voorgeschreven krijgen. Maar rouw is geen depressie. Rouwen is heel normaal gedrag van hele normale gezonde en evenwichtige mensen en behoeft geen behandeling of medicatie. De pijn kan zich ook uiten in neerslachtigheid, opstandigheid of agressie. Dat zijn allemaal afgeleide emoties ten gevolge van verlies en verdriet. Die woede die bij de pijntaak hoort doet denken aan de tweede fase van EKR. Het lastige van woede en agressie is dat het juist je meest geliefde naasten zijn die het leeuwendeel daarvan te incasseren krijgen. Hoe naaster iemand bij je staat, hoe meer die nog bovenop zijn eigen verdriet ook jouw pijn zal ervaren. Er bestaat geen oplossing voor en het is niemands fout. Het is gewoon een gevolg van wat er gebeurd is. Ambivalentie is ook een heel normaal gevoel bij deze rouwtaak. Je windt je erover op dat het zo druk om je heen is en je roept om wat privacy en om gerust gelaten te worden maar vervolgens wordt je neerslachtig omdat niemand je komt opzoeken. Of je klaagt dat je het werk niet rond krijgt maar vervolgens accepteer je de aangeboden hulp niet. En wordt je zelf boos op diegene die jou wil helpen en vind je dat die zich niet hoort te bemoeien. Je begrijpt je eigen wispelturige gedrag niet. Dat komt doordat met het verlies ook je identiteit is veranderd. Van partner ben je misschien weduwe geworden of van moeder plots kinderloos. Of je werd wees.

Die nieuwe identiteit is wat je juist niet wil hebben want het confronteert je met je verlies.

Dat zorgt voor die tegenstrijdigheid en wispelturigheid. Weet dat dit heel normaal is bij deze rouwtaak van de pijn doorvoelen.

Ook schuldgevoel is iets dat hier vaak aan de orde is. Schuldgevoelens zijn heel normaal in een rouwproces. Je schuldig voelen is OK, maar weet dat het nog iets anders is dan ook schuldig zijn. Als je een fout maakte op je werk waardoor een dodelijk ongeval plaatsvond, dan ben je wel verantwoordelijk voor het maken voor die fout. Maar dat betekent nog niet dat jij schuld moet dragen voor het sterven van die ander. Je hebt dat niet zo gewild en het had ook anders kunnen aflopen. Bij schuldgevoelens helpt het als je ze kan uitspreken. Het ontlopen van de tweede rouwtaak kan tot complexe rouw leiden. Helpend gedrag bij een rouwende in pijn is geduld opbrengen voor zijn/haar emoties : de boosheid, de verwardheid, de wispelturigheid, de agressie, het ongeduld…Wees er voor hem/haar en wees bereid en paraat om te luisteren. Probeer ook niet het onderwerp halsstarrig te vermijden. Luisteren is altijd het sleutelwoord. Je hoeft geen uitleg of verklaring of vergoelijkingen aan te voeren. Gewoon luisteren. Over wat je beter wel en niet zegt verwijzen we graag naar module twee waarin de clichés over rouw besproken worden.

De derde rouwtaak volgens William Worden is de aanpassing aan het verlies. De wereld is veranderd en zal nooit meer zijn als voorheen. Je agenda is compleet overhoop, er komen taken op je af die je voorheen niet had. Misschien moet je nieuwe vaardigheden leren of zijn bepaalde activiteiten niet langer aan de orde. Je positie is misschien veranderd, misschien ook je status of het niveau van je welstand. Je dagbesteding komt er anders uit te zien. Heel je normen- en waardensysteem kan op de helling komen te staan. De rol die je speelde wijzigt. Vooral bij partnerverlies is deze gewijzigde wereld heel frappant en ingrijpend. Maar zeker ook bij ouder of kind-verlies. Soms uit zich dat in hele banale dingen.

‘Mevrouw Schepers woont op nummer twaalf. De buren van de omringende huizen klagen omdat het onkruid in haar tuin een meter hoog staat en het zaad ervan ook in de andere tuinen waait. Niemand durft er haar een opmerking over te maken of een vraag over te stellen. Ze oordelen maar dat mevrouw Schepers niet de energie heeft na het overlijden van haar echtgenoot. Maar dat is het niet. Ze weet gewoon niet  hoe de grasmaaier werkt en welke brandstof er in moet. Haar man maaide altijd het gazon.

Doordat de omstandigheden veranderen, verander je ook zelf mee. Soms vergt dat een enorme aanpassing.

Merel was een engel. Ze liep altijd piekfijn gekleed. Haar mama koos voor haar altijd de mooiste kleurcombinaties uit en vond het bij elkaar passen van de juiste stijl erg belangrijk. Nooit zou merel de deur uitgaan zonder het gepaste haarlint bij de juiste jurk, of de geschikte sokken bij de bijpassende schoentjes. Merel vond het wel fijn er zo koket uit te zien en kon er lang van genieten als mama uitgebreid haar haren kamde. Nu mama overleden was werd Merel gekleed door de huishoudhulp die daar niet dezelfde tijd en aandacht voor kon nemen. Merels’ outfit werd voortaan bepaald door wat er toevallig die dag bovenin de kast lag. Meerdere dagen na elkaar hetzelfde jurkje kon wel gebeuren en ook de schoentjes werden niet meer zo vaak opgeblonken. Voor uitgebreide haarrituelen was er al helemaal geen tijd meer en het kammen moest snel en efficiënt, was helemaal niet meer leuk en soms zelfs behoorlijk pijnlijk. De omslag maakte dat op latere leeftijd Merel haar uiterlijk helemaal niet meer belangrijk vond. Of juister gezegd : Ze wou er niet te goed uitzien en verwaarloosde zich opzettelijk. Alsof het anders een verraad aan haar overleden mama was. Mama kon er niet meer zijn, dus Merel mocht er ook niet meer koket uitzien.’

Veel bij hoe die derde rouwtaak verloopt heeft te maken met de band die je had met de overledene en komt aan bod in module drie over de aspecten die je rouwproces bepalen.

Stel de vrouw van de premier. Als de vrouw komt te overlijden zal dat voor de premier ongetwijfeld ingrijpend zijn, en hij zal voortaan weduwnaar premier zijn. Maar als de premier overlijdt, wat wordt zijn vrouw dan? Zij zal dan de weduwe van de premier zijn, maar zal ze nog op alle recepties gevraagd worden? Zal ze nog de notabelen in haar woning ontvangen? Zal haar welstand nog dezelfde zijn? Zal de dienstwagen met chauffeur haar nog ophalen bij de kapper en zal de chauffeur nog haar hondje uitlaten terwijl zij bij de kapper zit? Zullen er nog zoveel mensen in haar leven zijn? Waar zal ze nieuwjaar doorbrengen? Hoe zal het voelen om niet meer aan zijn zijde mee te kunnen op politieke missie naar verre buitenlandse oorden? Kan ze zich de liefdadigheidsprojecten nog wel blijven veroorloven waarvoor ze altijd de meter was geweest. Waar moet ze gaan wonen nu de ambtswoning voor de nieuwe premier moet geruimd worden? En hoe moet dat zonder het personeel dat de premier van ambtswege had…  ?

Ook je normen- en waardensysteem kunnen op de helling komen te staan na een groot verlies. Dat is een onderdeel van die derde rouwtaak: aanpassen aan de wereld na het verlies. In module drie beschrijven we een aantal voorbeelden van hoe iemands wereld kan instorten en bepaalde overtuigingen overboord kunnen worden gekieperd. In ‘Als ’t kwaad goede mensen treft’ beschrijft de Amerikaans Joodse rabbijn Harold Kushner de storm die hem door elkaar schudt nadat hem wordt meegedeeld dat zijn zoontje aan een ernstige ziekte lijdt en niet lang na zijn twaalfde levensjaar zou sterven. Zoontje Aäron was drie op de dag dat dochter Ariël geboren werd, en op dezelfde dag kreeg de rabbi te horen dat Aäron aan een zeldzame ziekt leed die progeria heette. Aäron zou nooit langer worden dan een meter, nooit haar op zijn hoofd of elders krijgen, en als kind zou hij er als een oud mannetje uitzien. Het was een ‘snelle verouderingsziekte’ en de jongen zou maar met moeite de leeftijd van twaalf halen. Kushner wiens taak als rabbi het was om zelf overal troost te brengen en mensen te gaan opzoeken als ze door groot verlies geveld werden stond plotseling zelf oog in oog met een groot verlies waardoor zijn hele wereldbeeld en godsbeeld danig op de proef werd gesteld. Het is een meeslepend boek en ingrijpend verhaal dat eigenlijk helemaal over deze derde rouwtaak gaat.

Vastlopen in de derde rouwtaak van Worden kan gebeuren door de verandering te willen miskennen. Door geen oplossingen te zoeken voor de hiaten die in je leven zijn ontstaan. In het verhaal van Pauline  in module drie staat decennia na het ongeval van haar man de vervallen Landrover nog onaangeroerd bij het huis zoals die er na het ongeval was neergezet. Ze had de moed niet om het huis te verkopen en alles verkommerde ter plaatse. Vaak leidt het vastlopen in deze derde rouwtaak ertoe dat rouwenden zich terugtrekken uit het openbare leven en een geïsoleerd eenzaam leven gaan lijden. In module twee en drie hadden we het al over Zoë die rouwde over haar pa maar door wie ze ook mishandeld was geworden. Ik kende Zoë nog maar pas in de praatgroep maar verbaasde me een beetje erover dat ze haar pa voortdurend zo ophemelde en er het ideaalbeeld van ophing alsof hij een soort heilige was. Dat wekte mijn argwaan en op een moment buiten de praatgroep, toen ik alleen met Zoë was en ik nader informeerde, kwam het hele verhaal van de mishandeling eruit. Het idealiseren van haar vader was voor Zoë de manier om aan de derde rouwtaak te ontsnappen omdat zij zich niet kon aanpassen aan de nieuwe realiteit. Zij wilde zichzelf niet erkennen als slachtoffer van misbruik door haar vader. Of beter gezegd: ze zou het wel willen, maar ze kan het niet. (*) Idealiseren van de overledene is een typische verschijningsvorm daarvan. Bovenstaande is nu heel extreem maar heel vaak zal je bij mensen tegenkomen dat ze bijvoorbeeld een overleden ouder allerlei vermeende fantastische eigenschappen gaan toedichten waarover de betrokkene in werkelijkheid eigenlijk helemaal niet bleek te beschikken. Of zich de kleine kantjes van de overledene niet meer kunnen herinneren.

(*) In module 2 en 3 wordt duidelijk dat het onvermogen van Zoë kwam doordat ze (nog) geen bestaansrecht aan de boosheid had gegeven.

Harold was een verstokt roker en had de onhebbelijke gewoonte om zelfs in de wagen te roken, ook als er passagiers bij waren of op restaurant terwijl iedereen nog zat te eten. Verder was Harold best een fijne vent, maar dat roken was iets waar velen zich toch vaak aan geërgerd hadden. Nog geen jaar na zijn overlijden kon zijn oudste dochter zich van dat ‘asociaal’ rookgedrag van haar vader volstrekt niets meer herinneren. Alsof het niet haar vader betrof.

Aanpassen aan de nieuwe realiteit betekent:  dat geïdealiseerde beeld langsom aan plaats  laten ruimen voor een meer reëel beeld. Zeker bij kindverlies is dit een belangrijk thema.

Romi en Naomi zijn twee schattige blonde zusjes met een klein leeftijdsverschil. Tijdens  een vakantie eindigt een dag die eigenlijk een plezierig boottochtje had moeten worden in een verschrikkelijk drama. Niet ver buiten de Ierse kust valt Naomi overboord en verdrinkt in het ijskoude water. Tegen de tijd dat haar lichaam wordt opgevist is het te laat en kan geen hulp meer baten. Voor Romi breekt een verschrikkelijke tijd aan wanneer zij verder moet zonder haar zus. Maar uiteraard ook voor de ouders is het een drama. Vooral de mama van de meisjes gaat er erg ver in Naomi alsmaar te verheerlijken als de engel met alleen maar positieve eigenschappen. Naomi wordt verafgood en vertoont alleen maar goede kanten en geen enkel gebrek. De mama heeft het altijd over haar ‘engel’ en haar ‘prinsesje’ en weet iedereen daarmee te vertederen. Ondertussen groeit echter ook de zus Romi op met het gemis om haar zusje. Maar zij is wel een reëel meisje van vlees en bloed, en dus met haar positieve en negatieve eigenschappen. Zoals iedereen heeft Romi ook wel haar kleine kantjes. Ze kan onmogelijk concurreren met haar overleden perfecte zusje dat geen fouten maakte. Want zelf maakt ze wél al eens een fout. Haar normale en menselijke bestaan verbleekt naast de perfecte schitterende virtuele illusie die haar zusje sinds haar dood is geworden. Romi gaat aan haar bestaansrecht twijfelen en voelt zich schuldig dat zij bleef leven maar haar zusje niet. Soms denkt ze dat haar mama haar dat ook verwijt. Romi’s identiteit lijdt eronder, sommige mensen weten niet eens haar echte naam. Ze gaat voor hen door het leven als ‘zusje van Naomi’.

Neimeyer geeft acht signalen weer waarop je moet letten bij het vervullen van deze taak en als deze signalen zich voordoen is het gepast om op zoek te gaan naar hulp of ondersteuning.

Als je last krijgt van dwanggedrag of verslavingen

als je last hebt van abnormale agressies

als je suïcidaal bent

als je een extreme minachting voor jezelf voelt of een absoluut ongeloof dat het nog goed kan komen

Als je de hoop zodanig kwijt bent dat je niet gelooft dat het nog kan keren

Als je abnormaal sterke schuldgevoelens hebt over alles, ook over dingen die los staan van het overlijden

Als je langdurig neerslachtig of somber bent of

als het je niet lukt om simpele dagdagelijkse routinetaken te volbrengen.

 

Al deze signalen hebben betrekking op het niet voor mekaar krijgen van die derde rouwtaak. En er bestaat hulp. Deze signalen zijn normaal in een gewoon rouwproces, maar ze mogen niet permanent worden, want dan is er een probleem. Hulp zoeken is dan geen teken van zwakte maar wel een goed idee.

De vierde en laatste rouwtaak volgens William Worden heeft te maken met herinneren en weer leren genieten. Dat is wat we bij Plan b noemen : leren anders omarmen. Opnieuw omarmen, maar dan anders.

Waar ik heen ga als ik dood ben, dat weet ik niet. Maar ik zal zeker daar zijn waar jij ook bent, telkens je aan me denkt.

Opnieuw leren genieten is makkelijker gezegd dan gedaan. En er zit een paradox aan vast. Enerzijds is het haast onmogelijk om weer ‘plezier’ en ‘genieten’ toe te laten in je leven zo lang je nog helemaal ondergedompeld bent in die pijn. Anderzijds heb je vooral ook tijdens die eerste moeilijke donkere tijd zo nu en dan de absolute noodzaak om even te ontsnappen. Op dat moment is het nog niet echt genieten, maar is het een beetje als een drenkeling die naar lucht hapt. Het zijn de broodnodige momenten van even op adem komen in het slopende gevecht dat het rouwproces is. Enerzijds is het tijdens het rouwen belangrijk om niet te vervallen in een ‘roes’ waarbij je door verdoving of afleiding permanent probeert te ontkomen aan de pijn. Maar anderzijds is het uiteindelijke streven om niet meer permanent in die pijn te vertoeven. Dit is een proces dat wat tijd kan kosten met vele kansen op terugval. Er bestaan heel wat redenen waardoor rouwenden soms niet aan deze taak kunnen toekomen. Eén daarvan kan schuldgevoel zijn. Men is zodanig overtuigd van zijn schuld dat men het zichzelf niet meer kan gunnen of toestaan om nog te genieten. Een andere reden kan zijn dat men oordeelt geen recht meer te hebben op geluk of genieten vanwege een symbiotische verstrikking met de overledene.

“Wat zou Baps genoten hebben van zo’n cruise op zee. Maar omdat zij het niet meer kan meemaken ga ik mezelf ook niet inschrijven.”

Men is zodanig gefocust op de overleden dierbare dat men  niet aan zichzelf gunt wat ook de overledene niet meer kan meemaken. Een bijzondere categorie in dat ‘niet opnieuw kunnen genieten’ situeert zich op vlak van relaties of verbinden. Een weduwnaar die zelfs lange tijd na het overlijden van zijn echtgenote zich blijft afsluiten voor potentieel nieuwe partners. Vaak komt dat vanwege een combinatie van hierboven genoemde oorzaken. De man kampt bijvoorbeeld nog met een enorm schuldgevoel of ontzegt zichzelf dat recht en vreest zijn overleden dierbare daarmee te bedriegen. Vaak zit het nog dieper en heeft het te maken met de angst om opnieuw gekwetst te worden. Hij heeft al eens eerder de pijn gevoeld een geliefde te moeten afgeven en de vrees om opnieuw diezelfde pijn te zullen ervaren weerhoudt hem ervan om opnieuw de verbinding aan te gaan.

Bijvoorbeeld in de film ‘Message in a Bottle’ waarin Garret Blake treurt om zijn overleden echtgenote Catherine. Garret leert de charismatische vrouw Theresa kennen maar vecht tegen zijn verliefdheid omdat hij niet opnieuw wil gekwetst worden en omdat hij vreest daarmee zijn overleden dierbare Catherine te bedriegen.

Die angst om opnieuw te verbinden kan te maken hebben met hoe je eigen hechting als kind verliep. Voor meer inzicht omtrent dit mechanisme verwijzen we graag naar module drie waarin de hechting uitgebreid wordt uitgelegd. Herinneren en weer leren genieten gaan ook over hoe we het verlies integreren in ons verdere leven. Dat heeft te maken met de plek die de overledene dan in je hart krijgt en in je leven maar ook hoe en welke tastbare herinneringen je wil bewaren. Relikwieën, attributen en memorials zijn hierin een belangrijke. Maar ook de verinnerlijkte aanwezigheid van de overledene.

“Of ik al terug aan daten toe was en mijn hart opnieuw zou kunnen openen voor een ander? Ik wist het niet. Ik stond met een ingezeepte kin voor de spiegel met het scheermes in de hand als op de radio het liedje van Bart Peeters klonk: ‘Wat nog komen zou’. Ik begon me te scheren en neuriede zachtjes mee. Ik dacht liefdevol terug aan de mooie tijd met Loes en ik herinnerde me ook de begindagen na de het ongeval toen ik absoluut niet kon verdragen dat die song op de radio kwam. Het nummer had op de afscheidsdienst gespeeld. Verzonken in gedachten merk ik niet dat ik ook de snor mee wegscheer die ik sinds Loes’ overlijden had laten staan. Mijn kinderen hadden daarvan beweerd dat het geen gezicht was en ik die nodig eens moest afscheren wanneer ik terug aan het daten zou gaan. De man uit het spiegelbeeld lacht me vriendelijk toe. Ik vind dat hij er wel frisser uit ziet eigenlijk, met dat nieuwe gelaat zonder die snor.”

“…En met hoeveel zijn jullie hier vandaag?” vroeg de ski monitrice, en het antwoord dat ik daarop gaf was : ”Vier. Twee ouders en twee kinderen”. Maar als ze gevraagd had “Hoeveel kinderen heb je?” Dan had ik niet “twee” geantwoord, maar “drie”. Want ik zal Beau altijd blijven meetellen met mijn twee levende kinderen. Ook al weet ik dat ik meestal daarna zoveel moet uitleggen. In het begin was dat knap lastig. Maar tegenwoordig kan ik dat best met de gepaste trots zo benoemen en vind ik het ook altijd weer goed daar even dankbaar bij stil te staan. Het is fijn haar naam te kunnen noemen.”

“Bedachtzaam keek ik naar de bergtop in de verte. Ik wist dat die op zo’n vierduizend meter hoogte lag. We waren nog maar beneden de tweeduizend meter en moesten eerst nog een rivier over en een dal door. Mijn voeten deden al pijn en ik was moe. Maar de gedachte  aan mijn broer die met zijn veel slechtere conditie ook het hele eind afgelegd had, en de urne met zijn as in mijn rugzak, met de wens daar boven op de berg ooit begraven te worden…dat stemde me mild en gaf me de vleugels om toch de moeilijke tocht verder te zetten.”

Een goede manier om aan jezelf toch het genieten of opnieuw verbinden te gunnen is je te verplaatsen in de positie van de overledene en je in te beelden wat hij/zij ervan zou denken in jouw plaats. Wat zou de overledene  jou toewensen als hij/zij jou nu zou zien. Met jouw twijfel of je jezelf wel het genieten mag gunnen. Meestal is dit helpend om te begrijpen dat het inderdaad OK is om voor jezelf te kiezen, en dat de overledene dat ook zo voor jou gewenst zou hebben.

Slagen in de vierde rouwtaak van Worden is de relatie met je dierbare eren en laten voortbestaan. Je dierbare is er niet meer. Maar je relatie ermee duurt wel voort.

Bovenstaande rouwtaken model van William Worden is één uit de vijf belangrijkste rouwmodellen die we in module vijf uitvoerig bespreken. Ook de andere vier worden in die module uitgebreid toegelicht naast in beperktere mate ook de overige rouwtheorieën. Wie zich graag wil inlezen in de materie kan ook op de site terecht in de uitgebreide literatuurlijst die onderdeel uitmaakt van Rouwatelier.

Omdat elke rouw anders is en ieders proces uniek, maakt Plan b veelvuldig gebruik van real cases uit de praktijk. De gebeurtenissen zijn daarbij authentiek, maar de namen fictief. Ook in alle andere modules komen zeer veel cases aan bod. Vanuit de deontologische code zullen cases van cliënten van Plan b echter nooit gebruikt worden, tenzij ze door de cliënt zelf worden aangebracht tijdens de live webinars of in de community van Nice Tribe. Of indien de betrokkene er uitdrukkelijk toestemming voor heeft verleend.

Ik hoop dat bovenstaande bijdrage voor  jou helderheid heeft gebracht in het rouwtakenmodel van William Worden  en dat je tijdens het lezen ervan een idee kreeg  van wat je verder nog kan verwachten in RouwatelierPlan b oriënteert zich niet (zoals de meeste hedendaagse rouwbegeleiders) enkel op het rouwtakenmodel van Worden of op het fasenmodel van Elisabeth Kubler Ross, of zoals Missing You op het duale procesmodel van Stroebe en Schut, maar werkt eerder met het driedimensionele DNA model van Johan Maes en Gerke Vertriest. Zonder daarbij echter de verdiensten van alle andere modellen uit het oog te verliezen.

Geen enkele theorie echter brengt je dierbare terug. Het belangrijkste is dat de rouwende gezien wordt met zijn verdriet en aanvaard wordt zoals hij is. Met wat er is en wat er niet is.

Vond je dit interessant om te lezen? Wil je nu al meer hiervan? Dan kan je op de site van Plan b alvast terecht voor de blogs. 

Is Rouwatelier iets voor jou? Neem gratis deel aan de eerstvolgende live !

Wil je graag het hele pakket? Twijfel dan niet langer, schrijf je nu in, krijg toegang tot de volledige inhoud van alle modules, neem deel aan alle maandelijkse lives en krijg toegang tot de besloten Facebookgroep van Plan b: Nice Tribe.

Graag tot binnenkort bij Rouwatelier van Plan b, draag ondertussen goed zorg voor jezelf !

Warme groet, Bart