Boterhammen

Bart Verschueren

Bart Verschueren

Boterhammen

Mijn stiefzus kreeg wit brood en ik moest bruin brood eten

“Mijn stiefzus(*) kreeg altijd de lekkerste witte boterhammen mee in haar lunchpakket terwijl ik bruin brood moest eten. Ik heb altijd laatdunkend geoordeeld over mijn stiefzus en mijn stiefmama. Ik vond het unfair hoe ze ons ongelijk behandelde. Zo heb ik er veertig jaar over gedacht. Tot ik aan mijn uitgestelde rouw begon en korte tijd geleden mijn stiefzus terug ontmoette. We vertelden over vroeger. Ze wist nog van die boterhammen. Ze zei me dat ik steeds gezond bruin brood meekreeg in mijn brooddoos. Omdat mijn vader het zo wilde. Hij was hertrouwd met mijn stiefmoeder maar had geen invloed op de kinderen die ze al had uit haar vorig huwelijk. Kinderen die hun vader verloren waren. Hun mama besloot zich wel te schikken naar zijn wens om voor zijn kinderen gezond bruin brood mee te geven, maar zij behield zich het recht om voor haar eigen kinderen bij het witte brood te blijven. ‘Jij hebt je hele jeugd gezond gegeten en ik niet’ verweet mijn stiefzus me. Dan pas drong het tot me door dat we eigenlijk lotgenoten waren. Ik was mijn mama verloren, zij haar papa. Onze overgebleven ouders hadden elkaar gevonden. Ik liet mijn stiefmama niet in mijn hart omdat ze op de plaats kwam te staan waar mijn mama had moeten staan. Voor mijn stiefzus was dat ongeveer net zo met mijn vader. Ze wilde stiekem ook wel bruin brood maar eiste destijds het ‘wittebroodrecht’ op omdat ze vanuit haar geboorterecht zijn autoriteit kon betwisten. Hij nam namelijk de plek in waar haar echte vader had moeten staan. Veertig jaar later kwamen we erachter hoe het écht zat. En dat we er toen niet voor elkaar konden zijn omdat ons eigen verdriet te groot was. Maar we zijn lotgenoten en we delen een gelijkaardig verdriet. Nu dat inzicht er was, konden we elkaar innig omhelzen en gezamenlijk wenen om alle gemiste liefde. We hebben toen symbolisch voor elkaar een boterham gesmeerd. Zij een witte voor mij en ik een bruine voor haar.”

We hebben toen symbolisch voor elkaar een boterham gesmeerd want we waren lotgenoten.

Ons verdriet was te groot om elkaars pijn te kunnen zien

De mensen met een gebroken hart zijn het dapperste onder ons: ze durven lief te hebben.